Hartslagmonitoring met Polar Team 2
Bij een producent van grafisch karton werd al jaren geleden duidelijk dat het belangrijk is om belasting en belastbaarheid van medewerkers in evenwicht te krijgen. Hiervoor zijn gezondheid bevorderende projecten opgestart die goed aansloten op ‘werken in warme omstandigheden’, een aandachtsgebied waar o.a. ook al met het protocol hittebelasting aan was gewerkt.
De maatregelen die vanuit het protocol hittebelasting waren genomen, bleken in de praktijk niet altijd de beoogde resultaten op te leveren. Reden hiervoor was het feit dat er veelvuldig sprake was van piekbelasting, waardoor de bestaande werkprotocollen onvoldoende voorzagen in het borgen van de veiligheid. Er was in de werk/rustregimes, die waren vastgesteld vanuit het protocol hittebelasting, bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het werken van 30 minuten op 75 % van de HFmax (maximale hartfrequentie). Er werd een project gestart waarin heat stress bekeken werd vanuit het effect op de hartslag waardoor naast aandacht voor (piek-) belasting ook individuele belastbaarheid aan de orde kwam2.
Binnen het productieproces hebben operators en monteurs bijna dagelijks met hittebelasting te maken, zo bleek ook uit de risico inventarisatie en evaluatie. Hittebelasting doet zich voor bij uiteenlopende werkzaamheden, die op verschillende momenten en plaatsen, gepland en ongepland, kunnen variëren. Naast het klimaat van de omgeving spelen hierbij ook individuele factoren zoals overgewicht, geneesmiddelengebruik en een matige fysieke conditie een rol.
Metingen met het Polar Team 2-systeem
Het werken in warmte heeft een effect op de hartslag. Dit noemen we de cardiovasculaire belasting, ofwel het belasten van hart en bloedvaten. Voor topsporters is hartslagmonitoring al enkele jaren de normaalste zaak van de wereld, maar voor fabrieksmedewerkers was dit nieuw. Maar evenzogoed zinvol, omdat hiermee stuurinformatie beschikbaar komt waar we verder mee komen. Er ontstond zicht op het effect dat de belasting (het uitvoeren van werkzaamheden in warmte) op iemand heeft, en dat is weer afhankelijk van de belastbaarheid.
Voor het groepsgewijs meten van hartslag is in het bedrijf gewerkt met een systeem van Polar, waarmee het mogelijk is om een groep van maximaal 28 mensen live te monitoren. Het systeem meet twee aspecten:
- Hartslag in sportzones in een schaal op basis van de maximale hartslag.
- Hartslagvariatie (stapeling van vermoeidheid, ofwel load)
Het principe van hartslagzones is al toegelicht in hoofdstuk 3c. Door het meten van de hartslag wordt duidelijk in welke zones iemands hartslag tijdens werkzaamheden terechtkomt (a) en kunnen maatregelen genomen worden om in veilige zones te blijven. Met de cardiovasculaire belasting kan door te kijken naar de conditie, gewicht, leeftijd en frequentie waarop een (piek)belasting plaatsvindt, de belasting worden weergegeven als getal. Hoe hoger dit getal is, hoe intensiever de werkdag is geweest. Door te kijken naar de hartslagvariatie (b) kan stapeling van vermoeidheid worden gedetecteerd. Ook hiermee kan overbelasting worden voorkomen door rust in te plannen wanneer dit het hardst nodig is.
Het monitoren van werkbelasting en herstel geeft inzicht in de effecten op individueel en op groepsniveau en hiermee kan met de juiste maatregelen de veiligheid in het bedrijf verder verbeteren. Door procesverbeteringen en door werkzaamheden te differentiëren, kan worden voorkomen dat een medewerker overbelast raakt.
Continue hartslagmeting is op termijn praktisch toepasbaar en kan bijdragen aan het beperken van de risico’s van het werken onder warme omstandigheden. Maar ook een periodieke meting levert al veel aanvullende informatie op, waarmee het werken in warme omstandigheden kan worden verbeterd. De beschikbare informatie kan worden gebruikt voor praktische maatregelen zoals werkplekverbetering en taakroulatie, maar ook voor het adviseren van medewerkers bij vitaliteits-programma’s. Dit kan ertoe leiden dat de opbouw van vermoeidheid afneemt en de herstelperiode wordt gereduceerd.
2 Project hartslagmonitoring, begeleid door Consilio Vivendi