Wetgeving
Hoofdstuk II van de arbowet geeft in artikel 3 de algemene verplichting om het werk zodanig te organiseren en zodanig middelen ter beschikking te stellen dat er geen risico optreedt voor de gezondheid of veiligheid van de medewerkers. In artikel 4 is de verplichting opgenomen om aan medewerkers met een medische beperking een aan het individu aangepaste werkplek te bieden. In artikel 8 is voorgeschreven dat medewerkers adequate instructie krijgen om hun werk veilig uit te kunnen voeren. Artikel 11 geeft aan dat de medewerkers de instructies ook moeten opvolgen.
Artikel 5.4 van het arbobesluit geeft het belang van ergonomie aan: ‘tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd, worden werkplekken ingericht volgens de ergonomische beginselen’. Hoofdstuk III van het arbobesluit beschrijft de algemene verplichting ten aanzien van de inrichting van arbeidsplaatsen, waaronder o.a. veiligheid en BHV genoemd worden.
In de arboregeling staan diverse concrete voorschriften over de inrichting van arbeidsplaatsen. Hierin komen onder andere: elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden en afmetingen van arbeidsplaatsen in kantoren aan de orde.
Warenwetbesluit Machines (wet- en regelgeving) hoofdstuk 2 artikel 3 geeft aan dat machines en veiligheidscomponenten zodanig zijn ontworpen, dat deze bij gebruik overeenkomstig hun bestemming geen gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid van de mens. Bijlage I van de EU-machinerichtlijn (98/37/EG) geeft fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen. Machine-instructies moeten zijn opgesteld in de taal van de gebruiker.
Met betrekking tot de ergonomische inrichting van de machine geldt: ‘Onder de gebruiksomstandigheden waarvoor de machine bestemd is moeten hinder, vermoeidheid en psychische belasting (stress) van de bediener tot een haalbaar minimum beperkt blijven, rekening houdend met de beginselen van de ergonomie’. Genoemde wet- en regelgeving is met name voor bedieningsmiddelen en bedieningsorganen van machines van toepassing.
Verder geldt het bouwbesluit waarin onder meer de basiseisen staan waaraan bestaande en nieuwe kantoren en industriële werkplekken moeten voldoen. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: brandveiligheid, grootte van de ruimten, ventilatie en daglicht. Bij het gebruik van het bouwbesluit moet eerst bepaald worden welke functie het gebouw heeft en welke bezettingsgraad verwacht wordt. Vervolgens kan bepaald worden welke regelgeving van toepassing is.
Voor bedrijfsruimten waar meer dan 50 mensen kunnen werken of waar een verhoogd brandgevaar bestaat, is een gebruiksvergunning voor bedrijven verplicht. Voor het afgeven van een gebruiksvergunning worden door de gemeentelijke brandweer zaken zoals het bedrijfsnoodplan en de BHV-organisatie gecontroleerd.