Wetgeving
De werkgever is op grond van de Arbowet verplicht een beleid te voeren dat erop is gericht, werknemers o.a. te beschermen tegen verstikkingsgevaar. Het aantal werknemers binnen een besloten ruimte moet zo laag mogelijk gehouden worden en de duur van de werkzaamheden zo kort mogelijk te houden.
De risico’s van het werken in de besloten ruimte moeten schriftelijk worden vastgelegd in een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Hierbij zijn onder andere de volgende artikelen relevant:
- Artikel 3 van de Arbowet: De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers en voert een arbeidsomstandighedenbeleid
- Artikel 5 van de Arbowet: De werkgever legt arbeidsrisico’s voor de werknemers schriftelijk vast in een inventarisatie en evaluatie.
- Artikel 8 Arbowet: De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers worden ingelicht over werkzaamheden en risico’s, en bijbehorende maatregelen.
- Artikel 14 van de Arbowet: Voor het toetsen van de risico-inventarisatie en -evaluatie, wordt een deskundige ingeschakeld.
- Artikel 3.4 Arbobesluit: Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden en gekenmerkt, dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd.
- Artikel 3.5g Arbobesluit: Indien de atmosfeer in een ruimte gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie kan opleveren, betreedt de werknemer die plaats niet voordat het risico onderzocht is.
- Artikel 3.6 Arbobesluit: Doeltreffende maatregelen zijn genomen zodat een werknemer zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen.
- Artikel 3.7 Arbobesluit: Vluchtwegen en nooduitgangen zijn vrij van obstakels en voorzien van een adequate noodverlichting.
- Artikel 4.1 t.m. 4.7 Arbobesluit: In alle gevallen waarin werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, zorgt de werkgever voor een doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemer.
- Artikel 8.1 t.m. 8.3 Arbobesluit: Een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) moet geschikt zijn voor de te vermijden gevaren en de omstandigheden op de arbeidsplaats. Het PBM moet verder afgestemd zijn op de ergonomische en gezondheidseisen van de werknemers en na eventuele aanpassingen geschikt zijn voor de drager.