Overdrachtmaatregelen werken in warmte

 

Bij het bepalen van overdrachtsmaatregelen gaan we ervan uit dat alle mogelijke bronmaatregelen zijn beoordeeld en er onderbouwde keuzes zijn gemaakt. Het klimaat kan echter belastend blijven voor medewerkers. Door proceswarmte is het vaak niet mogelijk om een ideaal binnenklimaat in een productieruimte te creëren. De volgende stap is dan om de blootstelling te verminderen door technische en/of organisatorische maatregelen zoals hieronder beschreven.

Verbeter het klimaat en verkort de verblijfstijd

Een papier- of kartonmachine blijft ook bij stilstand nog geruime tijd warmte afgeven. Bij storingen of reparaties is over het algemeen minder tijd om een machine af te laten koelen dan tijdens een stop, waardoor de mogelijkheden om de temperatuur te laten dalen beperkt zijn. Ondanks deze beperkingen is het belangrijk om in detail uit te werken wat haalbaar en effectief is.

Voorbeelden ter verbetering van het klimaat voor en tijdens de werkzaamheden:

  1. Open de droogkap (of andere omkasting) zo vroeg mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden zodat de beschikbare tijd gebruikt wordt om te koelen.
  2. Laat de (dak-)ventilatie aan staan nadat een machine is stilgezet, zodat warmte wordt afgevoerd.
  3. Gebruik extra ventilatoren voor en tijdens de werkzaamheden op de werkplek.
  4. Zorg voor koele pauzeruimten

Verkort de verblijfstijd van medewerkers in warmte, door bijvoorbeeld:

  1. Preventief onderhoud en online monitoring. Hierdoor wordt ongeplande stilstand voorkomen en hoeft minder in warmte te worden gewerkt.
  2. Wisseldelen modulair beschikbaar te stellen, die snel gedemonteerd kunnen worden en buiten de warme zone verder kunnen worden bewerkt.
  3. Taakuitvoering te optimaliseren. Goede voorbereiding, geschikte materialen en gereedschappen en goede afstemming onderling helpen niet alleen om kosten te reduceren maar kunnen ook de tijdsduur van een klus aanzienlijk verkorten.
  4. Taakroulatie voor te bereiden bij langdurige werkzaamheden. Als een opdracht onverwachts langer duurt dan voorzien is het vaak moeilijk om aflossing te regelen. Als hier vooraf bij het indelen van de werkzaamheden rekening mee gehouden wordt dan blijken er vaak wel alternatieven beschikbaar te zijn.
  5. Werk-/rustschema’s* in te stellen.

*Vanuit methoden zoals Humidex en WBGT kunnen werk- rustschema’s (regimes) worden opgesteld waarmee de gemiddelde werknemer op een verantwoorde manier kan werken in warmte. 

Beperkingen van deze methoden zijn:

  • Individuele verschillen in belastbaarheid en belasting komen niet tot uiting
  • In een dynamische werkomgeving is een sterk wisselende belasting; genoemde methoden sluiten hier onvoldoende op aan.
  • Naleving van vastgestelde werk- en rusttijden is in de praktijk vaak moeilijk vanwege productiedruk en/of verschillen in individuele warmtebelasting.

Inzicht in belasting en belastbaarheid met collectief monitoringsprogramma

Bij de aanpassingen van deze module, staat de aandacht voor individuele aspecten centraal. Het gebruik van hartslagmeters kan hierbij als basis worden toegepast. Dit lijkt misschien eenvoudig, maar om hiermee aan de slag te kunnen is deskundige begeleiding en ondersteuning van medewerkers door een leefstijlprofessional essentieel. In ieder geval moet de bedrijfsarts in zo’n traject vanaf het begin betrokken worden.

Hartslagmeters zijn bekend vanuit de sportwereld en worden gebruikt om de effecten van inspanning op het menselijk lichaam te beoordelen. Hieruit kan worden afgelezen of de lichamelijke belasting op een goede en verantwoorde wijze plaatsvindt, waardoor o.a. overbelasting wordt voorkomen.

Gebleken is dat de kennis over hartslagmetingen ook goed toepasbaar is in werksituaties omdat hiermee een goed beeld gegeven wordt van de effecten van inspanningen op de medewerker. De medewerker wordt door het verloop van zijn hartslag bewust van de belasting die hij tijdens zijn werkzaamheden ervaart en hij krijgt inzicht in zijn eigen belastbaarheid.

Om aan de slag te kunnen met een hartslagmeter, moet eerst de basisconditie worden bepaald. Ieder mens is anders en daarom moet vooraf een fit-test worden uitgevoerd om de maximale hartslag (HFMax1) te bepalen. Vanuit dit maximum kan worden berekend hoe de individuele zones liggen.

In de meetresultaten (de hartslag) is het effect van warmte, inspanning en conditie op de medewerker zichtbaar. Tijdens de werkzaamheden is hierdoor stuurinformatie beschikbaar (realtime hartslag) waarmee a.d.h.v. persoonlijke grenswaarden, tijdig bepaald kan worden of de belasting te zwaar dreigt te worden. Hiermee kan iemand dus tijdig ingrijpen en overbelasting voorkomen, bijvoorbeeld door een rustpauze in te lassen.

Het is ook mogelijk om deze data te verzamelen en te analyseren. Hiermee kunnen activiteiten of werkgebieden in beeld worden gebracht waar te hoge belasting voorkomt, waarna werkzaamheden of taken verder kunnen worden aangepast. Ook krijgen medewerkers vanuit de hartslagmetingen zelf informatie over de gevolgen van hun fysieke gesteldheid in hun functioneren en kunnen hiermee worden gestimuleerd om te werken aan een gezonde levensstijl.

Bij het toepassen van hartslagmeters gelden de volgende aanbevelingen:

  • Zet vanaf het begin een leefstijlprofessional en een bedrijfsarts in om het proces te begeleiden.
  • Communiceer de bedoeling (duurzame inzetbaarheid) bij de introductie van de nieuwe aanpak en maak hierover duidelijke afspraken.
  • Laat alle gebruikers van een hartslagmeter een fit-test ondergaan en leer mensen hoe ze zelf het effect van de taakbelasting kunnen monitoren (met uitleg over regelgrenzen)
  • Bied actieve ondersteuning aan medewerkers die hun eigen gezondheid willen verbeteren, bijvoorbeeld door het BRAVO-programma.
  • Zorg voor betrouwbare middelen zoals hartslagmeters (bijvoorbeeld Polar Team 2)

De HFmax is het hoogste aantal hartslagen per minuut dat iemand tijdens uiterste inspanning kan bereiken. HFmax is persoonsgebonden op basis van leeftijd, erfelijke factoren en conditieniveau.